1. Interne compressieverhouding (dwz interne drukverhouding)
De verhouding van de definitieve druk (absolute druk) van het gas na interne compressie aan de aanvankelijke druk (absolute druk).
2. Externe compressieverhouding (d.w.z. externe drukverhouding)
De verhouding tussen de uitlaatontladingsdruk van de compressor (absolute druk) en de inlaatzuigdruk (absolute druk).
Voor schroefluchtcompressoren verwijst de interne compressieverhouding naar de drukverhouding (absolute druk) van de zuig- en uitlaatpoorten van de schroefgastheer, en de externe compressieverhouding verwijst naar de drukverhouding (absolute druk) van de zuig- en uitlaatpoorten van de luchtcompressor.
Over het algemeen verwijst de compressieverhouding van een luchtcompressor naar de externe compressieverhouding, verwijst de zuigdruk naar de lokale atmosferische druk en verwijst de uitlaatdruk naar de nominale werkdruk van de luchtcompressor. Wanneer de ontladingsdruk 8 bar is, is de compressieverhouding 9.
Voor compressoren in meerdere fasen wordt de drukverhouding ook wel de totale drukverhouding genoemd, wat verwijst naar de verhouding van de uitlaatdruk gemeten bij de uitlaatpijpverbinding in het laatste stadium met de inlaatdruk gemeten bij de eerste fase inlaatpijpverbinding. De verhouding van de nominale zuig- en ontlaaddrukdruk van de overeenkomstige niveaus wordt de niveaudrukverhouding genoemd.
